Wouter Rijnbende
|
|
« Reply #2 on: September 29, 2009, 04:10:16 pm » |
|
Neem even een overdreven voorbeeld:
Ik heb een lettertype Groot, en kan 50 tekens op een regel afdrukken. Ik heb een lettertype Klein, en kan 200 tekens op een regel afdrukken.
Als ik op positie 25 iets ga afdrukken, hangt er het nét vanaf welk lettertype op dat moment aktief is; dus zeg maar 'waarmee je de printer hebt achtergelaten'. Stel dat de laatst geprintte waarde in het lettertype "groot" is, dan zal positie 25 ergens op de helft van het blad liggen (1/2 * 50). Heb je als laatste iets in het lettertype "Klein" geprint, dan zit positie 25 vrijwel links op de print (1/8* 200).
Let wel, als je coding zegt:
Positie Rgl, 25 - %PQ-GR%%LANDKODE%%PQ-GRO%
dan zegt dat eigenlijk nog niets over de absolute positie op papier. Dat kan dus net zo goed links op het blad zijn.
Zou je zeggen:
Rgl,1 %PQ-GR% Rgl,25 %LANDKODE%%PQ-GRO%
dan weet je zeker dat éérst Printkode groot aktief is, en daarna je positie 25 geldt in het lettertype groot, en dus niet links, maar halverwege het blad komt.
In dit geval zal het feit dát je wat afdrukt op regel 9 ervoor kunnen zorgen dat de volgende regel ook goed gepositioneerd wordt.
Hoe dit verder in jouw straatje pas weet ik niet, maar desnoods reset je PQ-GRO niet naar het juiste. Bij Novell netwerken kon je altijd Formulieren definieren, die een standaard breedte hadden van 254, en waarbij de data die je naar je printer stuurde, en breder was dan 254 tekens, werd afgekapt. Met je aansturukodes kwam je daar zó overheen. Eigenlijk bedoel ik dat ik het antwoord niet hoef te weten, en dat je het probleem maar moet proberen te omzeilen.
Oplossing:
* bijvoorbeeld ervoor zorgen dat als je toch je geen wisselingen kwa lettertype hebt, gewoon bovenin je printkop PQ-GR op te nemen, en aan het einde PQ-GRO (in plaats van per variabele).
* als je in kolom #1 PQ-GR zou opnemen, en daarna in kolom #9 die LANDO variabele en in kolom 53 je referentie, doet ie het wat mij betreft ook.
|